Het is maar goed dat Stephan Stokkermans, afdelingsvoorzitter van Koninklijke Horeca Nederland, zijn idee voor een breed opgezet overleg tussen bestuur en ondernemers in Noordwijk in een brief heeft gevat en niet slechts mondeling aan het College uiteen heeft gezet. Het was dan ook raadzaam geweest wanneer het College had besloten zich nog eens goed te buigen over de brief van Stokkermans. Maar nee hoor, hiertoe was zij niet bereid.
Natuurlijk weet ook Stokkermans heel goed dat er, in de vorm van de Noordwijkse Ondernemers Vereniging (NOV), al een overlegorgaan voor Noordwijkse ondernemers bestaat. Dat voor ogen te hebben is het evident dat het idee van de afdelingsvoorzitter van Koninklijke Horeca Nederland tevens een (ongeschreven) klacht inhoudt, namelijk dat de bestaande overlegstructuur veel te wensen overlaat. M.a.w., gewoon een kwestie van goed lezen.
Stokkermans wijst nadrukkelijk op de onvrede over zaken als de strandpendel, de strandnota, het evenementenbeleid, de toeristenbelasting, de omgevingsvisie, de Koningin Wilhelmina Boulevard. Allemaal zaken die veel te lang op de plank blijven liggen, of al dan niet moedwillig worden vertraagd. Maar helaas komt Collegevoorzitter Jan Rijpstra niet veel verder dan met de mededeling dat hij wel 27 keer het woord ‘verwondering’ heeft gelezen in de brief van Stokkermans en wijst vervolgens het verzoek om breed overleg van de hand, ook omdat hij wilde, ongeregelde vergaderingen niet ziet zitten, zo u wilt ‘een Poolse landdag’.
Conclusie: het door Stokkermans gevraagde breed opgezette overleg komt er dus niet en ook een kwalitatief verbeterd overleg tussen het College en de NOV zit er vooralsnog niet in.
Veel meer had ik van deze coalitie ook niet verwacht. Evengoed mooi geprobeerd Stephan.